Gemmotherapie

Gemmotherapie is een vorm van fytotherapie die gebruikmaakt van de embryonale weefsels van kruiden en planten, om precies te zijn de knoppen - vlak voordat ze open gaan. De knoppen bevatten cellen die nog niet gespecialiseerd zijn in een bepaalde taak, het zijn een soort plantenstamcellen. Deze cellen bevatten daarom veel vitamines, mineralen, aminozuren, nucleïnezuren, sporenelementen en groeifactoren. Nucleïnezuur komt voor in DNA en RNA. De embryonale plantenweefsels, dus de knoppen en jonge uitlopers, bevatten eiwitten die in het lichaam immunoglobulines, antistoffen, aanmaken. Ze worden geproduceerd door ons lichaam wanneer er antigenen, lichaamsvreemde stoffen, binnendringen.

In de fytotherapie wordt de hele plant, het zaad, de wortel of de bloem gebruikt., bij Gemmotherapie dus alleen de knop of de jonge uitloper. De bereidingswijze is ook anders. Er wordt een tinctuur gemaakt op basis van glycerine, alcohol en water waarin de knoppen worden geweekt waardoor de werkzame stoffen van de plant worden opgenomen. Gemmotherapeutische middelen hebben een specifieke werking: ze stimuleren organen. Door deze werking wordt gemmotherapie graag ingezet bij het draineren of ontgiften van het lichaam. Het staat dan ook wel bekend als de ‘drainagetherapie’.

Vorige
Vorige

Traditionele Chinese Geneeskunde (TCM)

Volgende
Volgende

Schusslerzouten